Hallo
ik ben aan het studeren voor mijn examen en heb enkele oefeningen mbt telproblemen & kansrekenen ( 4 e jaar secundair ) .
Ik heb de vragen alsook de oplossingen gemaakt en ik voeg ze als bijlage .
is het mogelijk dat iemand ( heb nl geen correctiesleutel ) met zin in wiskunde of met zelfde examens binnenkort mijn oplossingen nakijkt of ze hetzelfde uitkomen.
1 oefening ( de laatste ) kom ik niet toe .. ga er eens over slapen .. indien iemand een tip .. graag welkom .
daar ik geen bijlage kan opladen ? forum quota overschreden heb ik de pdf op mijn google drive geplaatst
https://drive.google.com/open?id=0B2_8b ... 3lvNVo3ZHc
grtjes en super bedankt !
ps: bij de eerste vraag in puntje e heb ik moeilijkheden met de interpretatie ? Heb ik hier problemen met het nederlands of vinden jullie deze vraag ook dubbelzinning ? ( wat is de kans dat iemand gen pistache neemt ? volgens mij kan je dit zien als de kans op pistache ( 1 op 3 of tov de groep met personen . zo heb ik het opgelost )
oefening telproblemen en kansrekening
Re: oefening telproblemen en kansrekening
eerste blad:
(a): 5 (niet 6) van de aanwezigen nemen geen ijsje.
(e): inderdaad een wat vage vraag, maar je berekening klopt.
Om twijfel weg te nemen kan je ook opschrijven:
"De kans dat iemand van de aanwezigen geen pistache heeft = ... <jouw berekening> ... = 2/5"
tweede blad:
OK
derde blad:
(a) P(geen witte) = P((1e niet wit) EN (2e niet wit))
(b) P(minstens 1 rode) = 1 - P(geen rode)
(c) P(1 groen en 1 rood) = P( (1e groen EN 2e rood) OF (1e rood EN 2e groen) )
Kom je zo verder?
(a): 5 (niet 6) van de aanwezigen nemen geen ijsje.
(e): inderdaad een wat vage vraag, maar je berekening klopt.
Om twijfel weg te nemen kan je ook opschrijven:
"De kans dat iemand van de aanwezigen geen pistache heeft = ... <jouw berekening> ... = 2/5"
tweede blad:
OK
derde blad:
(a) P(geen witte) = P((1e niet wit) EN (2e niet wit))
(b) P(minstens 1 rode) = 1 - P(geen rode)
(c) P(1 groen en 1 rood) = P( (1e groen EN 2e rood) OF (1e rood EN 2e groen) )
Kom je zo verder?
Re: oefening telproblemen en kansrekening
Hallo Arie
bedankt voor je hulp & feedback.
vandaag van de leerkracht de modeloplossingen correctiesleuten gekregen.
Ik vind dit wel gek ( en twijfel soms aan mezelf ) maar ik denk dat de leerkracht soms zelf fouten maakt.
volgens hem is de kans dat iemand bvb geen pistache neemt 43/50
hij neemt de mensen die pistache nemen en de 5 erbuiten en trekt deze 7 dus af van de totale groep van 50 ?
zie foto correctiesleutel die we vandaag meekregen
https://drive.google.com/open?id=0B2_8b ... DMwRFNPb2c
bedankt voor je hulp & feedback.
vandaag van de leerkracht de modeloplossingen correctiesleuten gekregen.
Ik vind dit wel gek ( en twijfel soms aan mezelf ) maar ik denk dat de leerkracht soms zelf fouten maakt.
volgens hem is de kans dat iemand bvb geen pistache neemt 43/50
hij neemt de mensen die pistache nemen en de 5 erbuiten en trekt deze 7 dus af van de totale groep van 50 ?
zie foto correctiesleutel die we vandaag meekregen
https://drive.google.com/open?id=0B2_8b ... DMwRFNPb2c
Re: oefening telproblemen en kansrekening
iemand een idee wat hier de leerkracht hier juist doet ?
https://drive.google.com/open?id=0B2_8b ... kppZG9qS2c
https://drive.google.com/open?id=0B2_8b ... HRnTFVOMTA
https://drive.google.com/open?id=0B2_8b ... kppZG9qS2c
https://drive.google.com/open?id=0B2_8b ... HRnTFVOMTA
Re: oefening telproblemen en kansrekening
Waarschijnlijk heeft je leraar iets te snel gewerkt, en geredeneerd:
43 van de 50 personen eten vanille of mokka (zie vraag d), dus 43 van de 50 eten geen pistache (maar vanille of mokka).
Dit klopt niet: er zijn mensen die niets eten, en er zijn mensen die naast vanille en/of mokka ook pistache eten.
Jouw eerdere antwoord was correct.
Dan 8d:
Jan zwemt 1/2 uur, 1 uur of 2 uur.
Dus als het totaal 4.5 uur in 4 dagen is, dan moet Jan ten minste 1 dag 1/2 uur zwemmen (anders kan het totaal nooit een gebroken getal zijn).
Dan moet hij in de 3 overgebleven dagen nog 4.5 - 0.5 = 4 uur zwemmen.
Dit haalt hij alleen als hij ten minste 1 dag 2 uur zwemt.
Dan moet hij in de 2 overgebleven dagen nog 4 - 2 = 2 uur zwemmen.
En dit kan alleen als hij die 2 dagen elk precies 1 uur zwemt.
Jan moet dus op die 4 dagen zwemmen:
1 uur, 1 uur, 2 uur en 1/2 uur.
De kans op deze gebeurtenis in deze volgorde = 6/10 * 6/10 * 1/10 * 3/10
Maar Jan deze dagen op verschillende manieren kiezen,
zoals hierboven:
1 - 1 - 2 - 1/2
of
1 - 1 - 1/2 - 2
of
1 - 1/2 - 1 - 2
of
2 - 1/2 - 1 - 1
etc.
Hoeveel van deze rijtjes zijn er?
Met andere worden:
Op hoeveel manieren kan je uit de 4 dagen de dag kiezen dat je 1/2 uur zweemt?
En op hoeveel manieren kan je vervolgens uit de overgebleven 3 dagen de dag kiezen dat je 2 uur zwemt?
Op de 2 dagen die dan nog overblijven zwem je 1 uur.
En daarmee ligt het totaal aantal van deze rijtjes vast.
Wat wordt dus de gevraagde kans (op 4.5 uur in 4 dagen) ?
Kom je zo verder?
43 van de 50 personen eten vanille of mokka (zie vraag d), dus 43 van de 50 eten geen pistache (maar vanille of mokka).
Dit klopt niet: er zijn mensen die niets eten, en er zijn mensen die naast vanille en/of mokka ook pistache eten.
Jouw eerdere antwoord was correct.
Dan 8d:
Jan zwemt 1/2 uur, 1 uur of 2 uur.
Dus als het totaal 4.5 uur in 4 dagen is, dan moet Jan ten minste 1 dag 1/2 uur zwemmen (anders kan het totaal nooit een gebroken getal zijn).
Dan moet hij in de 3 overgebleven dagen nog 4.5 - 0.5 = 4 uur zwemmen.
Dit haalt hij alleen als hij ten minste 1 dag 2 uur zwemt.
Dan moet hij in de 2 overgebleven dagen nog 4 - 2 = 2 uur zwemmen.
En dit kan alleen als hij die 2 dagen elk precies 1 uur zwemt.
Jan moet dus op die 4 dagen zwemmen:
1 uur, 1 uur, 2 uur en 1/2 uur.
De kans op deze gebeurtenis in deze volgorde = 6/10 * 6/10 * 1/10 * 3/10
Maar Jan deze dagen op verschillende manieren kiezen,
zoals hierboven:
1 - 1 - 2 - 1/2
of
1 - 1 - 1/2 - 2
of
1 - 1/2 - 1 - 2
of
2 - 1/2 - 1 - 1
etc.
Hoeveel van deze rijtjes zijn er?
Met andere worden:
Op hoeveel manieren kan je uit de 4 dagen de dag kiezen dat je 1/2 uur zweemt?
En op hoeveel manieren kan je vervolgens uit de overgebleven 3 dagen de dag kiezen dat je 2 uur zwemt?
Op de 2 dagen die dan nog overblijven zwem je 1 uur.
En daarmee ligt het totaal aantal van deze rijtjes vast.
Wat wordt dus de gevraagde kans (op 4.5 uur in 4 dagen) ?
Kom je zo verder?