wiskundig vraagstuk waar ik niet uit kom
wiskundig vraagstuk waar ik niet uit kom
Hi iedereen, ik zit met een wiskundig vraagstuk waar ik niet uit kom. Zouden jullie eens kunnen kijken of het mogelijk is dit op te lossen?
25-X = 1/7 deel van 25% van X
Is het mogelijk om op basis hiervan X te berekenen? Of ga ik ergens de mist in?
Groeten Youri
25-X = 1/7 deel van 25% van X
Is het mogelijk om op basis hiervan X te berekenen? Of ga ik ergens de mist in?
Groeten Youri
-
- Vergevorderde
- Berichten: 1923
- Lid geworden op: 25 dec 2008, 16:28
- Locatie: Beek en Donk, Noord-Brabant
Re: wiskundig vraagstuk waar ik niet uit kom
Vermenigvuldig eerst links en rechts met 28, dan geldt: 700-28X = X. Links en rechts 28X optellen levert dan 29X = 700,
dus X = ...
dus X = ...
"Mathematics is a gigantic intellectual construction, very difficult, if not impossible, to view in its entirety." Armand Borel
Re: wiskundig vraagstuk waar ik niet uit kom
Arno, dank voor het meedenken. Ik ben helaas een ontzettende noob en kan je niet helemaal volgen. Zou je iets duidelijker kunnen zijn?
Dank je!
Dank je!
-
- Vergevorderde
- Berichten: 1923
- Lid geworden op: 25 dec 2008, 16:28
- Locatie: Beek en Donk, Noord-Brabant
Re: wiskundig vraagstuk waar ik niet uit kom
Rechts staat 1/7 deel van 25% van X. Omdat 25% van X ¼ van X is staat er rechts dus ¼·1/7X = 1/28X. De vergelijking ziet er dus uit als 25-X = 1/28X. Om rechts de breuk kwijt te raken vermenigvuldig je dus eerst links en rechts met 28. De vergelijking gaat dan over in 28(25-X) = 28·1/28X, dus 700-28X = X. Je hebt nu aan beide kanten nog een term met X. Links staat een term -28X en rechts een term X. Door nu links en rechts 28X op te tellen houd je links alleen 700 over en rechts 29X, dus dit geeft 29X = 700. Deel vervolgens links en rechts door 29, dan geeft dit de gezochte waarde voor X.
"Mathematics is a gigantic intellectual construction, very difficult, if not impossible, to view in its entirety." Armand Borel
Re: wiskundig vraagstuk waar ik niet uit kom
Hi Arno, dank je wel! ik begrijp het nu een stuk beter! Alleen als ik x zo uitreken, krijg ik de som later niet meer rondgerekend. Weet je hoe dat komt of doe ik iets verkeerd?
Ik zal je even meenemen in de achterliggende gedachte. Ik ben met iemand het volgende aan het uitrekenen:
Uitgangspunten:
Dafne Schippers heeft net de 200 meter in 20,2 seconden gelopen. De eerste vraag was, hoeveel km per uur was dat? Daar zijn we uitgekomen op een gemiddelde van 35,64 km per uur over de hele afstand (of 9,9009901 m/s)
De tweede vraag (en tevens de vraag waar ik niet uit kom) is: Als we er van uitgaan dat de eerste 25 meter 25% langzamer was dan de overige 175 meter, wat was dan haar topsnelheid?
Mijn gedachtengang was als volgt: 25 meter komt neer op 1/8 deel van de totale race, dus ik heb de race verdeeld in 8 gelijke timeslots van 2,525 seconden (20,2/8). Volgens de aanname legt zij dus 25% minder afstand af in de eerste 25 meter, maar de afstand die zij daar minder aflegd, moet er gelijkmatig weer bijkomen in de overige 7 timeslots van 2,525 seconden om weer op het gemiddelde te komen.
**update terwijl ik dit schrijf** Ik zie waar ik de mist in ben gegaan, ik heb de afstand (dus die 25 meter) niet als uitgangspunt genomen, maar de 2,525 seconden, terwijl in de eerste 2,525 seconden dus geen 25 meter wordt afgelegd door Dafne..
Arno, zou je me nog kunnen helpen bij het oplossen van de tweede vraag?
Ik zal je even meenemen in de achterliggende gedachte. Ik ben met iemand het volgende aan het uitrekenen:
Uitgangspunten:
Dafne Schippers heeft net de 200 meter in 20,2 seconden gelopen. De eerste vraag was, hoeveel km per uur was dat? Daar zijn we uitgekomen op een gemiddelde van 35,64 km per uur over de hele afstand (of 9,9009901 m/s)
De tweede vraag (en tevens de vraag waar ik niet uit kom) is: Als we er van uitgaan dat de eerste 25 meter 25% langzamer was dan de overige 175 meter, wat was dan haar topsnelheid?
Mijn gedachtengang was als volgt: 25 meter komt neer op 1/8 deel van de totale race, dus ik heb de race verdeeld in 8 gelijke timeslots van 2,525 seconden (20,2/8). Volgens de aanname legt zij dus 25% minder afstand af in de eerste 25 meter, maar de afstand die zij daar minder aflegd, moet er gelijkmatig weer bijkomen in de overige 7 timeslots van 2,525 seconden om weer op het gemiddelde te komen.
**update terwijl ik dit schrijf** Ik zie waar ik de mist in ben gegaan, ik heb de afstand (dus die 25 meter) niet als uitgangspunt genomen, maar de 2,525 seconden, terwijl in de eerste 2,525 seconden dus geen 25 meter wordt afgelegd door Dafne..
Arno, zou je me nog kunnen helpen bij het oplossen van de tweede vraag?
-
- Vergevorderde
- Berichten: 1923
- Lid geworden op: 25 dec 2008, 16:28
- Locatie: Beek en Donk, Noord-Brabant
Re: wiskundig vraagstuk waar ik niet uit kom
Dafne Schippers heeft net de 200 meter in 20,2 seconden gelopen. Dus dat komt neer op een gemiddelde snelheid van . Dat komt dus overeen met jouw berekening.
Stel dat haar topsnelheid v is. Over de eerste 25 m is haar snelheid ¼v en over de overige 175 m is haar snelheid v. De eerste 25 m legt ze dus af in . De overige 175 m legt ze dan af in . In totaal heeft ze 20,2 s gelopen, dus , dus 20,2·v = 275, dus .
Stel dat haar topsnelheid v is. Over de eerste 25 m is haar snelheid ¼v en over de overige 175 m is haar snelheid v. De eerste 25 m legt ze dus af in . De overige 175 m legt ze dan af in . In totaal heeft ze 20,2 s gelopen, dus , dus 20,2·v = 275, dus .
"Mathematics is a gigantic intellectual construction, very difficult, if not impossible, to view in its entirety." Armand Borel
Re: wiskundig vraagstuk waar ik niet uit kom
Arno, je bent een wiskundebaas! Op deze manier zou ik het nooit hebben kunnen oplossen! Alleen 1 ding, de eerste 25 meter is de snelheid niet een kwart V, maar 0,75 V, namelijk 25% langzamer. Gaat de rest van de berekening nog op?
-
- Vergevorderde
- Berichten: 1923
- Lid geworden op: 25 dec 2008, 16:28
- Locatie: Beek en Donk, Noord-Brabant
Re: wiskundig vraagstuk waar ik niet uit kom
In dat geval even de aangepaste berekening: Stel dat haar topsnelheid v is. Over de eerste 25 m is haar snelheid ¾v en over de overige 175 m is haar snelheid v. De eerste 25 m legt ze dus af in . De overige 175 m legt ze dan af in . In totaal heeft ze 20,2 s gelopen, dus , dus 60,6·v = 625, dus .Youri3004 schreef:de eerste 25 meter is de snelheid niet een kwart V, maar 0,75 V, namelijk 25% langzamer. Gaat de rest van de berekening nog op?
"Mathematics is a gigantic intellectual construction, very difficult, if not impossible, to view in its entirety." Armand Borel
Re: wiskundig vraagstuk waar ik niet uit kom
Arno, je bent een held! Ik heb hem rondgerekend, en zo klopt hij precies!
Dank je wel!
Dank je wel!
-
- Vergevorderde
- Berichten: 1923
- Lid geworden op: 25 dec 2008, 16:28
- Locatie: Beek en Donk, Noord-Brabant
Re: wiskundig vraagstuk waar ik niet uit kom
Graag gedaan.Youri3004 schreef:Arno, je bent een held! Ik heb hem rondgerekend, en zo klopt hij precies!
Dank je wel!
"Mathematics is a gigantic intellectual construction, very difficult, if not impossible, to view in its entirety." Armand Borel